België. Stevig sociaal vangnet, sectorale aanpak.
In het kort:
- Belgische zelfstandigen hebben een vrij uitgebreid eigen sociaal zekerheidspakket.
- Bij het bepalen wie als zelfstandige ingehuurd wordt, heeft de ‘wil der partijen’ een officiële en prominente plek.
- De beoordeling is – anders dan in de Nederlandse webmodule – een mix van criteria die te maken heeft met de vraag of iemand als ondernemer gezien wordt.
- Sectoren met een hoger risico op misbruik van het zelfstandigenstatuut kennen aparte, striktere regels.
Verschil in groei
De Belgische arbeidsmarkt is - ondanks een aantal duidelijke verschillen - redelijk vergelijkbaar met de Nederlandse arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is internationaal georiënteerd, de zakelijke dienstverlening is stevig vertegenwoordigd en de leisure industrie is groeiende.
Ook kent België, net als Nederland, een relatief hoogopgeleide beroepsbevolking
Verschil: sociaal stelsel en bepaling arbeidsrelatie
In de vergelijking tussen Nederland en België springen twee zaken in het oog:
1. Sociaal Statuut voor zelfstandigen.
België heeft een apart sociaal zekerheidssysteem voor zelfstandigen, met een flink uitgebreider pakket dan in Nederland. Daarvoor dragen zelfstandigen in België wel bijna een kwart van hun omzet af.
2. Bepaling arbeidsrelatie
In België is er een duidelijkere manier om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid, waarbij de wilsautonomie van partijen in tegenstelling tot Nederland een factor is. Hoe dat werkt, leggen we hieronder verder uit.
Bepaling arbeidsrelatie
Sinds 2006 heeft België een Arbeidsrelatiewet. Daarin zijn wettelijke criteria opgenomen om een arbeidsrelatie te kwalificeren als een arbeidsovereenkomst of als zelfstandige arbeid. Ze kiezen zelf de aard van hun arbeidsrelatie, op basis van vier voorwaarden:
- vrije wil van partijen, de partijen dienen vrij te zijn in de keuze van hun samenwerkingsvorm;
- vrijheid om de arbeidstijd te organiseren;
- vrijheid om zelf zijn werk te organiseren;
- mogelijkheid om hiërarchische controle uit te oefenen.
Zekerheid vooraf
Een Administratieve Commissie geeft - vooraf - een kwalificatie of iemand wel of niet als zelfstandige kan werken. Deze commissie is niet verantwoordelijk voor de handhaving. Anders dan in Nederland, ligt de beoordeling vooraf en de handhaving achteraf, dus niet bij dezelfde instantie.
Er is geen verplichting om aan alle criteria te voldoen, maar worden de voorwaarden in relatie tot elkaar bekeken. Zo kan een zelfstandige die een werkrooster heeft te respecteren nog steeds een zelfstandige zijn, mits er voldoende aan de andere criteria wordt voldaan. Met name het (ontbreken van het) gezagscriterium weegt zwaar.
In Frankrijk zijn de freelancers duidelijk jonger dan in Duitsland. Maar ook dan in Nederland, laat CBS cijfers zien. Spanje zit er wat tussen in. 60% van de freelancers in Frankrijk zit tussen de 25 en 39 jaar. In Nederland is dat zo'n 30 procent.
Sectorale aanpak
Om schijnzelfstandigheid en misbruik van het inzetten van zelfstandigen tegen te gaan, gelden in België voor een aantal economische sectoren sinds 2012 verzwaarde criteria. Voor de bouw, vervoer, schoonmaak en landbouwsector geldt een ‘weerlegbaar vermoeden van een arbeidsovereenkomst’. Te vergelijken met wat in Nederland nu het ‘werknemer tenzij’-principe wordt genoemd.
Dat principe geldt voor België dus alleen voor sectoren of activiteiten waarin het risico op bijvoorbeeld onderbetaling en kwetsbare werkenden groot is. In die sectoren geldt als aanvulling op de vier algemene criteria een vermoeden van een arbeidsovereenkomst, tenzij de een zelfstandige aan meer dan de helft van de volgende criteria voldoet:
• de zelfstandige moet zelf zijn financieel en economisch risico dragen; • zelf de keuze hebben over hoe hij/zij financiële middelen inzet; • zelf kunnen beslissen over het aankoopbeleid van de zaak; • bepaalt zelf zijn prijzen; • werkt met een resultaats-verbintenis; • heeft vrijheid om zelf personeel te werven; • stelt zichzelf voor aan partijen als zelfstandige en heeft meerdere opdrachtgevers; • de vergoeding die de zelfstandige ontvangt, hangt af van de omvang van de opdracht en het resultaat dat hij behaalt; • werkt met eigen bedrijfsmiddelen, zoals werkruimte, auto en laptop
Verschillen
De Belgische benadering wijkt op een aantal fundamentele punten af van de Nederlandse webmodule. Als eerste springt het aspect ‘vrije wil van partijen’ in het oog. Daarnaast is er de getrapte beoordeling. Algemene criteria voor iedereen en aanvullende criteria voor aantal specifieke sectoren, waarbij ook criteria beoordeeld worden die nadrukkelijk kijken naar het ondernemerschap van de zelfstandige. Die laatste beoordeling ontbreekt in de Nederlandse webmodule.